In een verhaal dat heet: ‘For Esmé – with Love and Squalor’, beschrijft J. D. Salinger, uitgebeeld door Marjan de Glopper blz. .., hoe een amerikaans soldaat, vlak na de wapenstilstand ingekwartierd in Duitsland, in de familiebibliotheek van het huis een boek vindt. Het is ‘Die Zeit ohne Beispiel’ van Goebbels. Op het schutblad staat in handschrift in het duits geschreven: ‘Dear God, life is hell’. Bij wijze van constatering. De soldaat kladt er met een potloodstompje een regeltje onder, een citaat: ‘Fathers and teachers, I ponder “What is hell?” I maintain that it is the suffering of being unable to love.’ Van Dostojewski.
Bovenstaande quotatie ontleent haar toepasselijkheid in een tekst bij het werk van Marjan de Glopper aan mijn overtuiging dat geen enkele artistieke begaving, zoals gevoel voor kleur, materie of compositie, noch verbeeldingskracht of zelfs intelligentie, van een schilder een kunstenaar kan maken, als hij geen kans ziet om zonder ambitieuze bijbedoelingen de ons toch eigenlijk inderdaad welhaast overal omringende infernale rotzooi in pure liefde te aanvaarden. En zodoende aanvaardbaar te maken voor wie uit zichzelf te stupide of te gevoelsarm is om er iets in te zien dat de moeite van het liefhebben waard is.